Strings opvullen
Strings kunnen naar keuze aan ëën of beide zijden opgevuld worden met een zelfgekozen opvulkarakter. Het default opvulkarakter is de spatie.
Een string aan beide zijden opvullen
Met .center(lengte, ' ') wordt een string aan beide zijden opgevuld:
tekst = 'Dit mag opgevuld worden'
ntekst = tekst.center(30, '-')
print(tekst)
print(ntekst)
Resultaat:
Dit mag opgevuld worden
---Dit mag opgevuld worden----
Een string links opvullen
Links opvullen (tekst aan het begin van de string) kan met .ljust(lengte,' ').
tekst = 'Dit mag opgevuld worden'
ntekst = tekst.ljust(30, '-')
print(tekst)
print(ntekst)
Resultaat:
Dit mag opgevuld worden
Dit mag opgevuld worden-------
Een string rechts opvullen
Rechts opvullen (tekst aan het einde van de string) kan met .rjust(lengte,' ').
tekst = 'Dit mag opgevuld worden'
ntekst = tekst.rjust(30, '-')
print(tekst)
print(ntekst)
Resultaat:
Dit mag opgevuld worden
-------Dit mag opgevuld worden
Een string met cijfers opvullen met nullen
Een string met cijfers kan je opvullen met voorloopnullen via .zfill(lengte).
tekst = '675'
ntekst = tekst.zfill(7)
print(tekst)
print(ntekst)
Resultaat:
675
0000675
Het werkt ook met negatieve getallen:
tekst = '-675'
ntekst = tekst.zfill(7)
print(tekst)
print(ntekst)
Resultaat:
-675
-000675
